Over dit artikel
Dit artikel hoort bij de “De Polyvagale Wereld”, een deel van RelaxMore.net.
Om meer te leren over de Polyvagaaltheorie kun je met dit artikel beginnen.
Het artikel over trauma-responsen is een ander belangrijk basis-artikel.
Veel leerzame momenten gewenst!
Inleiding
Neuroceptie is het onbewuste proces in ons brein dat continu de omgeving, ons lijf en de relationele signalen ‘scant’ op gevaar. Vanuit overlevingsperspectief en onze evolutie bekeken is dit een cruciaal proces, dat een van de drie grondslagen vormt voor de polyvagaaltheorie (de andere twee zijn autonome hiërarchie en coregulatie). Met behulp van de ‘wijsheid’ die zich in ons lichaam en ons zenuwstelsel bevindt, kunnen we bepalen of we veilig zijn, zónder dat we daar bewustzijn voor nodig hebben.
Een goede werkdefinitie is:
Lichamelijke signalen die de besluitvorming en gedragsmatige reacties beïnvloeden, zonder dat men zich expliciet bewust is van de signalen die de aanleiding waren tot die beslissingen en gedragingen.
Deze signalen zijn dus triggers voor het veranderen van onze autonome toestand.
Onbewust versus bewust
Deze instinctieve reactie is sterker dan ons verstandelijke inschatting (perceptie) over een situatie. Dit is dan ook een belangrijk verschil en tevens reden waarom het begrip neuroceptie geïntroduceerd werd – in 2003 – door Stephen Porges:
perceptie vereist enig bewustzijn en besef, het is een cognitief proces;
neuroceptie komt reflexmatig tot stand, het is een neuraal proces.
Ons autonome zenuwstelsel maakt met behulp van neuroceptie een inschatting van de situatie nog voordat ons brein de ervaring begrijpt en er betekenis aan heeft gegeven. We zijn ons dan vaak meer bewust van onze reactie dan van de oorspronkelijke stimulus.
De volgorde van de gebeurtenissen is: neuroceptie -> verandering van fysiologische toestand -> respons (al dan niet bewust).
Ben je therapeut of zorgverlener en geïnteresseerd in deze materie?
Ik heb een tweedaagse training ontwikkeld:
"De Polyvagaaltheorie en Traumaresponsen”.
Verdiepende theorie met een vertaalslag naar de praktijk.
Veiligheid
Om veiligheid waar te nemen zijn twee elementen nodig:
het afwezig zijn of neutraliseren van signalen van gevaar en…
het ontvangen van signalen van veiligheid.
We zijn meer gefocust op het omgaan met degenen die ons bedreigen of pijn doen, dan op begrijpen wat ons zenuwstelsel nodig heeft om zich veilig te voelen.
(Dit komt overeen met wat we in de psychologie ‘negativity bias‘ noemen.)
In ons leven ontstaat als het goed is al vroeg veiligheid door neuroceptie, in combinatie met coregulatie. Dit is de opmaat naar een veilige hechting met de verzorgers (zie Bowlby’s hechtingstheorie).
Betrokken neurale structuren
Het is nog niet zeker welke neurale banen bij neuroceptie betrokken zijn. Verwacht wordt dat delen van het limbische systeem betrokken zijn. Daarnaast lijkt een deel van de hersenstam betrokken (het periaqaeductale grijs), de insula, alsmede delen van de slaapkwabben (temporale kwabben) die ‘biologische bewegingen’ beoordelen.
Lichaamstaal
De biologische bewegingen die hierboven genoemd zijn, zijn onder meer gezichtsuitdrukking, lichaamshouding, intonatie van de stem en hoofd- en handgebaren. Allemaal belangrijke aspecten van (met name non-verbaal) gedrag waaruit we onbewust de goede of slechte bedoelingen van een ander kunnen ‘lezen’.
Hierbij is ook nog een onderscheid te maken tussen de boven- en onderzijde van het gelaat. De bovenzijde, met daarin de ogen, geeft belangrijke veiligheidssignalen af, terwijl de onderzijde, met de kaken en tanden, een rol heeft bij het verdedigen door te kunnen schreeuwen of bijten.
Anderen zijn dus van grote invloed op ons gevoel van veiligheid. Signalen van veiligheid vanuit de ander zorgen ervoor dat wij niet in een defensieve toestand raken én vice versa. Het gevoel van veiligheid heeft impact op creatieve vermogens, op de mate waarin we liefdevol kunnen zijn en op het vermogen tot genezing.
Voor betalende abonnees gaat het artikel hieronder verder met o.a. de invloed van geluiden, over intuïtie, neurale verwachting en over de betrouwbaarheid van neuroceptie.